Voor het oog van bijna 21.000 toeschouwers (een seizoensrecord) heeft Vitesse zondagmiddag met 0-1 verloren van Ajax. De trainerswissel bij de Amsterdammers is net op tijd gekomen, voor Vitesse een week te vroeg. De thuisclub had in de eerste helft vrijwel niets in te brengen tegen Ajax, dat binnen 1 minuut al een enorme kans kreeg via Sulejmani die keihard naast schoot. Na een kleine 10 minuten liet de volledig vrijstaande Christian Eriksen doelman Room kansloos vanaf rand strafschopgebied: 0-1.

In het verloop van de eerste helft was er maar een ploeg die voetbalde, Ajax. Vitesse had nauwelijks balbezit en kreeg van Ajax geen tijd om ueberhaupt maar een aanval op te zetten. De thuisclub mocht de handen dicht knijpen dat het met de rust geen verdere schade had opgelopen. Vlak voor rust moest Maarten Stekelenburg voor een eerste keer ingrijpen na een knal van Davy Pröpper.

Na de thee kwam Vitesse, met Marco van Ginkel voor Davy Pröpper, agressiever uit de startblokken zonder het Ajax echt moeilijk te kunnen maken. De counters van de Amsterdammers oogden steeds weer gevaarlijker. Rond de 60e minuut kon je vanaf de tribune wel zien, dat Ajax een onrustige week achter de rug had met een duel tegen AC Milan nog in de benen.

Ajax begon vermoeid te ogen en zette steeds minder druk naar voren, waardoor Vitesse zich zowaar iets vaker in de buurt van Maarten Stekelenburg kon begeven. De keeper moest eenmaal een belangrijke redding verrichten op een schot van Dailbor Stevanovic. De meeste pogingen bleven steken in goede bedoelingen en tot een echt slotoffensief kwam het ook niet meer, ondanks het inbrengen van Wiljan Pluim en Julian Jenner.

De opluchting bij Ajax was groot, bij Vitesse is het wachten op versterkingen in de winterstop, maar meer dan een kleurloze positie in het rechterrijtje lijkt er echt niet meer in te zitten. De flow waarin Ajax terecht lijkt te zijn gekomen, gaat in mijn ogen tot de titel leiden.